Met het ouder worden nemen verschillende functies van het menselijk lichaam geleidelijk af, inclusief het ademhalingssysteem.Daarom hebben veel oudere patiënten beademingsapparatuur nodig om te helpen bij het ademen.Sommige ouderen en hun families maken zich echter zorgen over de mogelijke bijwerkingen van het gebruik van een beademingsapparaat.
Bijwerkingen van het gebruik van een beademingsapparaat bij oudere patiënten kunnen zijn:
-
- Initieel ongemak: Tijdens de beginfase van het gebruik van een beademingsapparaat kunnen sommige oudere patiënten ongemak ervaren.Dit komt omdat ze zich geleidelijk aan het apparaat moeten aanpassen.Dit ongemak verdwijnt echter meestal binnen een paar weken.
- Droge mond: Het gebruik van een beademingsapparaat kan een droge mond en keel veroorzaken.Dit gebeurt omdat het apparaat lucht naar de luchtwegen leidt, waarbij de mond en keel worden omzeild.Om dit ongemak te verlichten, kan het gebruik van een luchtbevochtiger of het nemen van slokjes water waaraan een kleine hoeveelheid vocht is toegevoegd de uitdroging helpen verlichten.
- Huidirritatie: Bij oudere patiënten die gedurende langere tijd een beademingsapparaat gebruiken, kan huidirritatie of huiduitslag rond het gezicht en de neus optreden.Dit komt doordat het masker druk uitoefent op de huid en een vochtige huid gevoeliger is voor irritatie.Om dit ongemak tot een minimum te beperken, kan het regelmatig reinigen van de huid en het gebruik van vochtinbrengende crèmes de irritatie helpen verlichten.
- Infecties: Als het beademingsmasker of de slang niet goed wordt gereinigd en gedesinfecteerd, kan dit tot infecties leiden.Daarom is het regelmatig reinigen en desinfecteren van het masker en de slangen essentieel om infecties te voorkomen.
- Afhankelijkheid van het beademingsapparaat: Sommige oudere patiënten kunnen afhankelijk worden van het beademingsapparaat en zich zorgen maken over het ademen zonder beademingsapparaat.Deze afhankelijkheid neemt echter meestal af in de loop van de tijd.
Suggesties om de bijwerkingen van het gebruik van een beademingsapparaat bij oudere patiënten te minimaliseren zijn onder meer:
-
- Voorlichting en training: Het is van cruciaal belang dat oudere patiënten voorlichting en training krijgen over de beademingsapparatuur.Dit kan hen helpen begrijpen hoe ze het apparaat op de juiste manier kunnen gebruiken en eventuele problemen kunnen oplossen.Bovendien kan voorlichting de angsten en angsten die gepaard gaan met het gebruik van een beademingsapparaat helpen verlichten.
- Comfortabele instellingen: Om ongemak en irritatie te verminderen, kan een geleidelijke vermindering van de maskerdruk op het gezicht en de neus irritatie en huidbeschadiging helpen verlichten.Bovendien kan het handhaven van de juiste vochtigheid en temperatuur ook een droge mond en irritatie verlichten.
- Correcte reiniging en onderhoud: Een goede reiniging en desinfectie van het beademingsmasker en de slangen zijn essentieel om infecties te voorkomen.Routinematige reiniging en onderhoud van het beademingsapparaat kunnen ook de levensduur ervan verlengen en de prestaties verbeteren.
- Psychologische ondersteuning: Voor oudere patiënten die zich zorgen maken over hun afhankelijkheid van het beademingsapparaat, is psychologische ondersteuning belangrijk.Familieleden kunnen aanmoediging en steun bieden om hen te helpen zelfvertrouwen op te bouwen en hun angsten te overwinnen.
Conclusie:
Hoewel oudere patiënten bij het gebruik van een beademingsapparaat enige bijwerkingen kunnen ervaren, zijn deze bijwerkingen doorgaans tijdelijk en kunnen ze met passende maatregelen tot een minimum worden beperkt.Het is essentieel om ervoor te zorgen dat oudere patiënten de juiste opleiding en training krijgen over het gebruik van het beademingsapparaat en het omgaan met eventuele problemen die zich voordoen.Bovendien moeten familieleden ondersteuning en aanmoediging bieden om oudere patiënten te helpen hun angsten en zorgen die gepaard gaan met het gebruik van een beademingsapparaat te overwinnen.Als oudere patiënten langdurig gebruik van een beademingsapparaat nodig hebben, moeten ze regelmatig nazorg krijgen van beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg om hun toestand te controleren.